Vanaf Windows Server 2012 (R2) of Windows 8(.1) 64-bit, kan er worden gekozen uit 2 generatie virtuele machines, Waarbij generatie 2 niet compatible is met oudere versies van Hyper-V
Generatie 1 - gebruikt een BIOS-architectuur
Deze kan alleen een IDE-controller aanspreken voordat het systeem wordt opgestart. waarbij later de SCSI driver wordt aangesproken:
BIOS > IDE CONTROLLER > NETWORK DRIVER > OS > OS DRIVERS > INTERGRATIONS SERVICE COMPONENTS > SCSI DRIVER
Generatie 2 - gebruikt een UEFI-architectuur
Hier regelt de UEFI dat de SCSI wordt opgestart voordat het OS wordt opgestart:
UEFI > SUBSET INTEGRATION COMPONENTS > SCSI DRIVER > OS > OS DRIVERS
Voordelen Generatie 2, t.o.v. Generatie 1:
- Opstarten vanuit een SCSI VHD
- PXE-Boot
- Secure Boot (kan bepaalde firmware tegenhouden)
- Gemiddeld 20% snellere BOOT-time
- Installatie tijd OS kan oplopen tot maximaal 50% sneller
- Minder "devices"